In het Belgisch leger moet iedereen in principe elk jaar 'militaire tests lichamelijke gezondheid' afleggen, MTLG in het jargon: 1 minuut pompen, 1 minuut buikspieroefeningen en 2.400 meter lopen. Iedereen moet in principe de helft van de punten halen.
Vorig jaar slaagde maar 51 procent van de 35.000 Belgische militairen. Liefst 8 procent slaagde niet. En 41 procent stuurde zijn kat. Van die laatste groep had 13 procent geen enkel excuus, 19 procent was ouder dan 50 en bijgevolg vrijgesteld en 9 procent werd medisch ongeschikt bevonden om zich aan de tests te onderwerpen.
Minister van Defensie Pieter De Crem belooft nieuwe tests, die gedifferentieerd worden naar leeftijd en naar beroep. Die tests moeten in 2012 op punt worden gesteld en zouden in 2013 van start moeten gaan. Strengere sancties komen er voorlopig nog niet.
De vakbonden met op kop het ACOD kwam al in actie om de vernietigende resultaten te minimaliseren en te omkleden met vakbondspraat.

Toestanden die al lang bestaan
Ze gaan dus de lat verlagen zodat iedereen er onderdoor kan kruipen.
We kennen dat van in het onderwijs.
Naast de geslaagde missie om generaties dommeriken te kweken is ook de defensiemissie gelukt.
Het leger zit op zijn dikke kont en zal alleen nog een haas kunnen vangen zoals een koe: door er per ongeluk te gaan op zitten.

Iedereen kent of kende wel een boeffer in zijn omgeving. Meestal niet het type man dat kan vergeleken worden met de afgetrainde militairen van het Amerikaanse leger, en dan bedoel ik niet de Marines of the Navy Seals. Nee, zelfs vergeleken met het gewone leger slaan ze een mal figuur, en wij als volk dus ook. De karikatuur bestaat al lang, en ik herinner mij nog een conférence van Jos Gheysen uit 1963 over het leger : "Onder de wapens"  (-26 man voor 1 machinegeweer).
Voor de jonge lezers : een conference is geen peer ;o))
Een militieleger
Alhoewel ik aanvankelijk de afschaffing van de legerdienst een goede zaak vond, ben ik vandaag een andere mening toegedaan.
Weliswaar zou die legerdienst er vandaag anders moeten opgevat worden.
Een militieleger zorgt minstens voor sociale controle op het beroepsleger.
Wie weet er nog wat die lui in uniform echt uitvreten de hele dag en of dat wel nuttig is? Niemand, behalve zijzelf!
De minister en het controlerende parlement weten ook niets behalve wat hun verteld werd door diegene die ze controleren bij een vluchtig en oppervlakkig bezoek via de mess officieren, (als er al een dergelijke inspectiebezoek plaatsvindt) en uit de rapporten geschreven op maat van de visie en kleur van de bevoegde minister, door de militairen zelf.
Verder is het niet onbelangrijk dat jonge mensen,zowel mannen als vrouwen, een zekere spartaanse opleiding krijgen waarin ze fysiek en mentaal getraind worden, zelfverdediging en burgerzin leren en leren omgaan met wapens enz....
Niet onbelangrijk wanneer men bedenkt dat men in ons potentieel bedreigende landen, kinderen beneden de 10 jaar al leert mensen doden, en in de vele ghetto's in eigen land er grote aantallen allochtone 'jongeren' en volwassen tuig rondlopen en verder geïmporteerd worden, met wapens op zak, en die er ook mee kunnen omgaan.
Terwijl onze kinderen voetballen, dansen of  videospelletjes spelen worden in louche , soms gesubsidieerde clubs, 'jongeren' getraind in boksen en vechtsporten.

Bovendien zou dit onze jongeren de nodige fysieke training brengen die hun de rest van hun leven van nut kan zijn, en het minder erg gesteld zou zijn met hun conditie.
Men zou er EHBO cursussen kunnen geven, leren branden en rampen bestrijden, wat leren over de wetgeving enz...
Het zou evenzeer het beroepsleger terug een missie geven, terug een verdienstelijk maatschappelijk doel in vredestijd, en wel thuis in plaats van ver weg.
Het zou het imago van het leger sterk verbeteren en de conditie van het beroepsleger zou door die aanvoer van jong 'geweld' ook drastisch verbeteren
om niet door de groetjes te worden uitgelachen.
Niet in het minst zou het leger een aantal ontspoorde jongeren terug op de rails kunnen zetten.
Het slaan op eigen borst
Ik weet wel, na elke buitenlandse missie slaat de minister en de legerleiding op hun borst met de mededeling dat ze respect en bewondering genieten van de collega's uit de buurlanden. Ze staan er dan niet bij stil dat hen dit uit collegiale beleefdheid toegezwaaid wordt, en enkel oprecht is voor een handvol echte goed getrainde militairen.
Geef toe, wanneer hier een missie vertrekt is dat meestal niet om echte legeropdrachten te vervullen maar om voedselpakketten uit te delen, latrines te graven en tenten recht te zetten, en dan nog altijd weer dezelfden die op missie gaan.
Je ziet ze samen met hun familie vaak ook huilen bij vertrek en aankomst van de circa   drie maanden die ze zonder onderbreking in het buitenland moeten verblijven. De meesten doen dat omdat de premies hoog zijn en ze zo pakweg het dubbele of meer kunnen verdienen.
Tja denk ik dan, ze worden al heel hun leven betaald om niets te doen, en als er dan wat te doen is moeten we ze nog dubbel betalen of er vertrekt er geen een.(Stel je voor dat dit in de privésector ook het geval zou zijn.)
 Men zou verwachten dat ze dan eindelijk enthousiast zouden willen laten zien uit welk hout echte mannen, militairen, gesneden zijn en wat ze in ruil voor het wachtgeld dat ze al die voorbije tijd kregen, bereid zijn te presteren voor hun land.
Te gevaarlijk kort bij 'een vijand' is er kort
lachen zoals JG afghanistan luchthaven  direct op het vliegtuig naar huis
Nee, soldaten moeten niet zomaar sterven in een land ver van hier voor een zaak die niet de onze is en veel te lang duurt. Ze moeten niet als kanonnenvlees dienen om een monarchie, een adellijk belang of een belangengroep te bedienen, maar ik vraag mij wel, en niet onterecht af wat er zou gebeuren mochten hier de kogels om de oren beginnen vliegen tijdens een  burgeroorlog die hier imminent boven het hoofd hangt?
Hoeveel van de militairen zouden er dan gaan lopen en ineens terug burger willen worden?
Hoeveel zouden er in staking gaan omdat wanneer het ze te gevaarlijk wordt eerst veel meer willen verdienen?
Hoeveel zouden er om hun volk te beschermen bereid zijn te sterven?
Hoeveel officieren zouden gevaar lopen en hoeveel decoraties zouden de veiligste baantjes meer opgespeld krijgen dan de gevaarlijkste?
Hoeveel zouden onderhandelen met de vijand en hun volk verkopen, iets dat ze hun hele leven zagen gebeuren door de politici?
Ik kom tot de vaststelling dat er in dit land geen zekerheden zijn, alleen maar onduidelijkheden, en er maar weinig helden zullen gevonden worden.

Het echte leger in dit land, de echte soldaten, dat zijn er hoogstens tienduizend.
Al de rest zijn de officieren van een oud Mexicaanse leger en  een bende stoelzitters die geen stok kunnen springen en die minder strategisch en technologisch inzicht hebben dan een kind dat computerspelletjes speelt.
Het zal nu wel geminderd zijn, maar er was een tijd dat men als militair nog een ander ding goed kon: pinten zuipen en met de kaarten spelen.


Stand van technologie
Van technologische kennis kan men het leger al evenmin beschuldigen, want daarvoor zou het in de eerste plaats al over voldoende hoogtechnologisch wapentuig moeten beschikken en de kennis hebben om ermee om te gaan.
Een buurman, kolonel-ingenieur bij de TTR (transmissietroepen/communicate) kwam eind jaren 80 vol bewondering kijken naar onze telex met scherm en tekstverwerkingsmodule. Dat had hij nog niet gezien, en daar kende hij en het hele leger niets van. Toen de computer in ons bedrijf werd geïntroduceerd in 1986 vlogen er bij hun nog postduiven, en dat is tot aan zijn pensioen eigenlijk altijd zo gebleven.
Buurman Kolonel was zo fit als een dweil: hij pafte erop los, dronk een aardige pint of wijntje, en viel net niet in coma na het maaien van het gras. Ingenieur van opleiding kon hij echt nergens mee als het over wetenschap of techniek ging tijdens gesprekken. Het leek wel alsof hij meteen na het behalen van zijn diploma alles in zijn geestelijk crematorium had verbrand. Of hadden er misschien  vHoe kon zulk een voorbeeld inspirerend en positief werken op zijn manschappen, vroeg ik me vaak af.
Hij was lang niet de enige officier of soldaat die ik kende zonder de eigenschappen die we van een militair verwachten. Vechten was het laatste waaraan men zou gedacht hebben in hun geval
Gelukkig bestonden er voor buurman Kolonel nog postduiven want een estafetteloop als ten tijde van de Griekse oorlogen had zijn dood betekend.

Epiloog
Gelukkig zijn er ook nog echte inzetbare militairen, die alle dagen echt trainen, die kennis van zaken hebben en overweg kunnen met het modernste wapentuig, maar ze hebben in de hele leger-structuur die op zijn belgisch is gegroeid en geleid, een kleine minderheid zonder stem geworden.
Ook zij weten dat het leger het zonder hulp van elders, het zelfs geen 18 dagen meer zou uithouden tegen de Duitse troepen van 70 jaar geleden.

Als het aan mij lag, dan werden mensen betaald in functie van hun militaire en maatschappelijke inzetbaarheid, op basis van geteste en opgevolgde kwaliteiten, en zakken of niet opdagen voor de fysieke proef zou betekenen dat ze een andere baan konden gaan zoeken.

Daardoor konden de besten beter betaald en uitgerust worden, en bovendien moesten ze bij een militaire interventie niet afhankelijk zijn van en vertraagd worden door een bende papzakken.

Ik weet het, harde taal. Dat is men de laatste decennia niet meer gewoon.
Men is vertrouwd geraakt met verbloemde retoriek en indirecte voorzichtige aanpak.
Afgezien van de guerrilla-oorlogjes die al in menige stadsdelen op regelmatige basis plaatsvinden kennen we hier al 65 jaar geen oorlog meer in de echte zin.
Dat en gewortelde naïviteit maakt dit soort afglijden mogelijk.
De geschiedenis van de mensen kennende kan men bezwaarlijk ervan uitgaan dat deze periode van vrede eeuwig zal duren.
De vijanden van onze maatschappij, de plunderaars, de mensen die tot alles in staat zijn en van kinds af leerden omgaan met wapens en die ook durven gebruiken, liggen al op de loer. Een nieuw oorlog sluimert en vonkt, en wij, wij zijn niet klaar.
Wij zullen ook niet of te laat durven in te grijpen en dus de verliezers zijn.
De verliezers van alles wat we hebben opgebouwd.
Behalve voor het de kliek struisvogels die het land leiden: de wereld is veranderd, de mensen groeien explosief in aantal, ze worden steeds agressiever, en het is maar schijn dat alles beter wordt en onder controle blijft.
Een echt en modern leger is dus nodig, niet om losgeld te overhandigen aan piraten in Somalië, niet om voedselpakketten te gaan uitdelen of om latrines te bouwen ergens ver weg van hier, maar om HIER ons leven, onze welvaart ons welzijn en onze toekomst te beschermen. Alleen daarvoor betalen de burgers belastingen want een leger mag geen departement ontwikkelingshulp worden.

Laat het mij zo nog eens cru stellen met betrekking tot de paraatheid van het belgische leger; dat mag toch want echte mannen moeten toch tegen een stootje en directe taal uit een schrijfmachine kunnen?:
Moesten ze in Japan leven ten tijde van de Shoguns dan mocht van schaamte meer dan de helft nu harakiri plegen.