Winston Churchil schreef :
'If you will not fight for the right when you can easily win without bloodshed; if you will not fight when your victory will be sure and not too costly; you may come to the moment when you will have to fight with all the odds against you and only a small chance of survival. There may even be a worse case: you may have to fight when there is no hope of victory, because it is better to perish than to live as slaves.'

Als je niet bereid bent te vechten voor het juiste/het recht wanneer je makkelijk kunt winnen zonder bloedvergieten; als je niet bereid bent te vechten wanneer de overwinning zeker is en niet kostelijk; dan kan je tot op het moment komen dat je toch zal moeten vechten met alle kansen tegen je, en er slechts een kleine kans op overleven bestaat. Het kan zelfs zover komen dat je zal moeten vechten wanneer er geen hoop meer is op overwinning omdat het beter is te sterven en vergaan dan te leven als slaven."

08 oktober 2007

De zaak Van Themsche en de media

Ik heb er niet alleen mee geworsteld, anderen blijkbaar ook en wellicht nog langer, maar die innerlijke strijd levert blijkbaar de mooiste en best onderbouwde artikels op.
Knap geschreven door Johan Sanctorum op zijn blog http://www.visionair-belgie.be/
Ik hoop dat de lezers ook op zijn blog hun steun willen betuigen in zijn juridische strijd tegen Noel Slangen, de frauderende spindokter van de VLD die vrije mening saboteert, leugens verspreiden tot een beroep maakt, en fraudeert zonder veroordeeld te worden. Dit door dure processen aan te spannen tegen iedereen die hem ontmaskert, zoals Sanctorum dat deed.
Justitie en gerechtigheid is er voor de rijken of de nietsnutten, veel minder of niet voor die er tussenin.

Johan zou van zijn blognaam eigenlijk al beter Visionair Vlaanderen maken.

Meer van dat Johan!

Quote
De zaak Van Themsche en de media
“Vertel eens, Caroline, liepen de emoties vandaag hoog op?”
In de assisenzaak van Hans Van Themsche, de jongeman die in mei van vorig jaar een zwangere Malinese vrouw en een peuter met een jachtgeweer doodde, is een mediatieke hysterie ontstaan die we sinds de zaak Dutroux niet meer gekend hebben. Wellicht mede door het feit dat er op andere binnenlandse fronten weinig nieuws te rapen valt (Van Rompuy is verkenner-af, Leterme hult zich in stilzwijgen), ontstond er een opbod van sensatie rond dit proces. Van dag tot dag kon men vaststellen hoe kranten en TV-journaals - met de ‘kwaliteitslabels’ VRT en De Standaard merkwaardig genoeg voorop- zich te buiten gingen aan een ongenuanceerd soort verslaggeving. Daarin werden echt nieuws, duiding, commentaar en opgeklopt emo-journalisme met elkaar vermengd tot een troebele stoofpot. Even het dekseltje lichten.
Ten eerste schijnen de media, plus alle zelfverklaarde experten, de grondregel aan hun laars te hebben gelapt dat een assisenzaak dient om schuld te bepalen. Men kan dus niet vertrekken van ‘schuld’, wel van al dan niet bewezen feiten. Dat kan schandalig klinken in een context als deze, maar zo werkt het systeem, en dat zou ook VRT-justitiejournaliste Caroline Van den Berghe moeten weten, wanneer ze zo haar eigen mening ventileert over de dader en zijn beweegredenen, ‘rechtstreeks van aan het Antwerpse justitiepaleis’. Het is de volksjury die beslist over de schuldvraag. Ze staat boven elk geschreven recht en beslist soeverein. Pas na die uitspraak van de jury beslist het hof over de strafmaat,- behalve in geval van vrijspraak: dan gaat de beklaagde sowieso vrijuit. Ik ben geen justitie-expert maar heb dit even nagevraagd bij mensen die het wél kunnen weten.
Mensen zoals gepensioneerd rechter Edwin Van Fraechem bijvoorbeeld, die deze dagen niet van het TV-scherm weg te branden is, en op zijn dooie eentje al een strafmaat suggereert, nog voor de jury aan een uitspraak toe is (”Op veel positiefs moet Hans Van Themsche niet meer hopen. Elk jaar minder dan levenslang zal voor deze jongeman een overwinning zijn.” - Het Nieuwsblad van 2/10). Of de al even mediageile showadvocaat Jef Vermassen, verdediger van de familie van Luna, die via De Standaard van 3/10 Hans Van Themsche als een ‘massamoordenaar’ kwalificeert, ‘zoals er vandaag niet veel in Europa rondlopen’. Dat is een zeer geladen omschrijving, die afkomstig is uit een context van oorlogsmisdaden en genocide. Moet men Van Themsche in één adem vernoemen met bv. Radovan Karadzic? Het legt ook een impliciete link naar het oorlogsverleden van één familielid van de dader en de beschuldiging van racisme (zie verder).
Vermassen doet dit niet zomaar. Het feit dat een advocaat die opmerkingen ventileert via een krant -en niet louter voor het hof-, wijst op een taktiek met voorbedachtheid om de publieke opinie mediagewijs te manipuleren en, via die weg, de jury subliminaal te bewerken. Want die mensen gaan natuurlijk elke dag na de zitting naar huis, lezen kranten, kijken TV, discussiëren erover, al worden ze volgens de wet geacht om ‘alleen te oordelen op grond van de gegevens die in de openbare terechtzitting worden overgelegd’.
Hier wordt dus, op het uiterste randje van de deontologie, een potje ‘opiniemanagement’ gespeeld, waarvan we dachten dat het alleen aan spindoctors was voorbehouden: de hyperemotionaliteit van de media-covering werkt altijd in het nadeel van de beklaagde, en wordt bewust uitgespeeld door bijdehandse advocaten à charge. Van Themsche wordt aan de galg gepraat door journalistieke kletsmajoors, met de aanklagende partij in de souffleursrol. Ik zou hier Dr. Eric Rosseel even willen citeren, coördinator van het ‘Netwerk Psychiatrie en Samenleving’,- vooral ook omdat men deze als gauchistisch bekend staande psycholoog niet kan verdenken van enig ideologisch raakvlak met de beschuldigde:
“De VRT brengt hier pure vaudeville, dat heeft met ernstige journalistiek geen uitstaans meer. Gerechtsjournalisten moeten de kijker tonen dat ze de eerste beginselen van het recht kennen, ipv als opruiers op te treden. Zij moeten afstand nemen van hun persoonlijke gevoeligheden en emoties, zoniet zijn ze beroepsonbekwaam. (…) De huichelarij van en rond de slachoffers stoort me. Ik moet me stilaan inhouden om niet de kant van de beschuldigde te kiezen; niet omwille van Hans Van Themsche zelf, maar omwille van het feit dat het verdriet van de slachoffers de bewijsvoering zelf gaat vervangen.”
Emoticons à volonté: het proces als spektakel
Dat brengt ons naar de toonzetting zelf van de berichtgeving. Telkens weer worden de enorme ‘emoties’ van de nabestaanden en het slachtoffer dat het overleefde, uitvergroot, en in contrast geplaatst met de killer die ‘emotieloos voor zich uit staart’. ‘Emotie’ was blijkbaar het sleutelwoord in de voorbereidende briefings op alle redacties. Standaard-journalist Marck Eeckhaut kwam op het VRT-nieuws uitvoerig en met een lijkbiddersgezicht de dieptes van de menselijke geest peilen en ‘emoties’ aflezen, of net ‘kille ongevoeligheid’. Maar wat weten die journalisten eigenlijk af van wat er in het hoofd van Hans Van Themsche omgaat? Het achterliggende populisme van deze simplistische beeldvorming en manifeste partijdigheid ligt zonder twijfel in de dictatuur van de kijk- en verkoopcijfers (‘Wij schrijven wat U denkt, dus lees ons!’). Zaken als deze liggen in het spervuur van de mediaconcurrentie, waarbij ‘emotie’ de trefkracht bepaalt, en het journalistiek lynchen van een verdachte veel kijklustigen aantrekt. Toch zit het fenomeen dieper dan de marketinglogica: de theatraliteit waarmee de media het verdriet van de nabestaanden usurperen, wijst op een toenemende gevoelloosheid en cynisme van die media zelf, die maatschappelijk uitstraalt, en die misschien een veel fundamentelere oorzaak is van het feit dat de stoppen doorsloegen bij van Themsche.
Het is niet aan mij, om uit te maken, wat iemand voelt die een kind verloren heeft na anderhalf jaar rouwen. Toch ontkomt men niet aan de indruk dat het publieke stigmatiseringsproces tegenover Van Themsche parallel loopt met een even grote uitvergroting en aanwakkering van het slachtofferverdriet. Het verdriet van de nabestaanden wordt een commercieel product, een compleet gemediatiseerd item, zodanig dat zij zich met het opgedrongen scenario gaan vereenzelvigen en luid wenend de gerechtszaal uitlopen, alwaar de aasgieren van de verzamelde pers hen opwachten. Wonden worden opengereten, niet voor de onthulling en de zoektocht naar waarheid, maar voor de beeldwaarde en het showgehalte. Alle actoren lopen hierin mee,- zonder twijfel is het door de overleden mediafilosoof Jean Baudrillard gelanceerde woord ‘simulacre’ hier van toepassing: een geënsceneerde quasi-realiteit die de echte realiteit compleet absorbeert.
Deze justitieshows zijn zonder meer een verlengstuk van de reality-TV à la Robinson en Big Brother. Alle actoren zijn acteurs, alle betrokkenen zijn spelers én pionnen. Alle emoties zijn echt én geënsceneerd, zoals een goede acteur ook echte tranen plengt. De ambities van het televisiemedium gaan hier zeer ver, het tast de grenzen constant af. In 2005 kreeg de VRT-ploeg van Koppen het éénmaal gedaan om de assisenzaak rond de gebroeders Vlassenbroeck helemaal live te registreren: ‘Beschuldigde sta op’, maar dan veel echter. Dat de aanwezigheid van camera’s toen ‘emoties’ uitlokte, dit proces ‘gemaakt’ heeft, de rechtszaal tot theaterruimte herkneedde, en wellicht zelfs de uitspraak beïnvloedde (beide broers kregen levenslang) is een redelijke hypothese. De virtuele realiteit die zo ontstaat, wordt beleefd, geconsumeerd en gereproduceerd door de massa zelf, voor wie het product in essentie bedoeld is: gerecht, macht, en media convergeren in de manipulatieve strategie van de spektakelmaatschappij.
Dat Van Themsche in de gevangenis over ‘extreem-geweldadige videogames’ kon beschikken, is daar maar één facet van. Het ineenvloeien van realiteit en virtualiteit heeft in onze samenleving zo’n niveau bereikt, dat het videogame overal is,- we leven erin. De kracht, die Van Themsche de trekker deed overhalen, heeft misschien minder met doordeweeks ‘racisme’ te maken, dan wel met de bewustzijnsvernauwende impact van een tomeloze beeldcultuur die eigen denkvermogen en emoties vervangt door geprepareerde attitudes. Of nog duidelijker gezegd: de media slachtofferen met plezier wat ze zelf creëren.
Van mediatieke hysterie tot politiek proces
Dat brengt ons tot het derde en laatste punt in deze beschouwing rond het Van Themsche-proces: de toedichting van ‘racistische motieven’ en het onderliggend politiek gehalte van de aanklacht. Van meetaf aan is dit het proces geweest van rechts, extreem-rechts, en het Vlaams Belang. Dat de dader uit een bruin milieu komt, met een grootvader als ex-SS-er en tante Frieda als VB-parlementslid, werd door weldenkend Vlaanderen onmiddellijk aangegrepen om de dodelijke schietpartij als een racistische aanslag te kwalificeren, lang voor de aanklacht op tafel lag. Meteen lag ook de collectieve ‘schuld’ op de weegschaal van de 20% Vlaamse mestkevers die op de foute partij stemmen. “Dit is een politiek proces. Dit is het proces van een partij, het VB, die een jonge man politiek, ideologisch tot een racistische moordenaar kneedde.” lees ik ene Koen Calliauw schrijven op de indymediawebsite. Wel, beste Koen, daarmee pleit je eigenlijk HVT vrij, en plaats je het VB op de beklaagdenbank van een ‘politiek proces’. En politieke processen, ja sorry, die horen niet thuis in een democratisch bestel. Er is niet zoiets als een ‘goede’ en een ‘slechte’ censuur, of ‘een beetje vrijemeningsuiting’, hoorde ik onlangs Prof. Dr. Jean Bricmont nog zeggen: er is democratie en freedom of speech of er is er geen.
Het zal me wel weer in bepaalde middens zwaar aangerekend worden, maar mij vallen verschillen nu eenmaal op. Toen Joe Van Holsbeeck door twee zigeuners vermoord werd voor een mp3-speler, werden er ‘stille marsen’ gehouden tegen ‘zinloos geweld’. Het door de media gebruikte relativerend discours (achtergrond, jeugdige leeftijd, kansarmoede…) omtrent de daders suggereerde haast dat het hier om een ‘tragisch ongeluk’ ging, eerder dan om een moord. Idem dito in de zaak Guido Demoor, in elkaar geslagen door een groepje allochtonen, met de dood tot gevolg. Redouan Siti, de meerderjarige dader die de fatale schop toebracht, kwam er met twee jaar cel en een geldboete vanaf. Afgezien van deze mildheid, viel vooral de welwillende discretie van de media op, en hun schroom om zelfs maar te berichten dat het om allochtonen met een gerechterlijk verleden ging. Terwijl we van Van Themsche ondertussen weten welke posters hij op zijn kamer had hangen.
Dit soort hypocrisie gaat me te ver. Als men de term ‘racisme’ wil hanteren, dan was die in de zaak Demoor zonder twijfel ook van toepassing. Als men hier selectief te werk gaat, dan moet ik veronderstellen dat de politieke demagogie de boventoon voert. En dat het zogezegde anti-racisme-discours een dekmantel is om af te rekenen met middelpuntvliedende, staatsvijandige en anti-Belgicistische krachten, door Hans Van Themsche gepersonifieerd.
Op 4 oktober komt het, uitgerekend rond dit punt, tot een breuk tussen Mr. Van Aelst en Songül Koç, de Turkse vrouw die de aanslag overleefde. De advocaat liet zich in VRT/Terzake ontvallen dat racisme wellicht niet het hoofdmotief is, en wordt wandelen gestuurd door zijn cliënte: er rust blijkbaar een taboe op bepaalde theses. In de druk om de zaak te politiseren en Van Themsche als een toerekeningsvatbare ‘racist’ te berechten, wenst de familie blijkbaar een actieve rol te spelen. Barbertje moet dus hangen, o.m. dankzij het gebruik van de Rorschach-test, u weet wel: die inktvlekken waar je bij moet vertellen wat je erin ziet. Reeds in de jaren ‘70 werd deze test door de ganse internationale wetenschap als ‘onwetenschappelijk’ beoordeeld.
Zo wordt het showproces, behalve een soap, ook een oefening in politiek-correct denken en een hallucinant zondebokverhaal. In 1933 werd de jonge communist Marinus van der Lubbe, ook na een grandioos showproces, veroordeeld voor brandstichting aan het Reichstag-gebouw en terechtgesteld. Ook toen liepen de ‘emoties’ hoog op, en werd de zaak door de nazi’s weergaloos uitgebuit. De rest van dit verhaal is bekend,- dacht ik toch.
Met dank aan Mr. Katleen Bury voor het juridische advies.

Unquote

Ik vind wel dat het volgende juister was geweest: dat de media schrijven wat wij mogen en moeten denken en lezen en weten.
Maar ik denk dat hij dat ook zo bedoelde.

1 opmerking:

Anoniem zei

Schitterende objectiverende analyse, en toch niet gespeend van subjectieve of beter gezegd persoonlijke emotionaliteit. Een ontdekking...