Column geschreven door Gerolf Annemans.
zondag 02 december 2007
Nu de crisis ernstig wordt is het blijkbaar te gevaarlijk om de meest radicaal Vlaamse partij nog aan bod te laten komen, dus graag enkele beschouwingen via het internet.
1. CDH :
Door afwisselend de aandacht te concentreren op de rudimentaire Leterme-nota van vorige maandag en op de drie Leterme-slotvragen van vorige vrijdag, proberen CD&V en CDH elkaar de schuld te geven van de mislukking. Maar zelfs indien men – zoals Milquet doet - die rudimentaire nota van vorige maandag als een werkbaar – en dus niet nog verder te onderhandelen – document zou beschouwen, kan men over het algemeen wel stellen dat de hoofdlijn in de Leterme-formatie klaar en duidelijk een CDH te zien gaf die – negerend wat er in Vlaanderen uit de bus was gekomen en met een extreem Eigen Volk Eerst standpunt – zes maanden lang de onderhandelingen heeft platgepraat tot iedereen er gek van werd. Kafkaiaans, noemde Van Deurzen het. Wat men bij de oranje en blauwe partijen af en toe kon beluisteren was dat Milquet (en zij niet alleen, zij beschikte over een batterij van CDH saboteurs) van de gesprekken telkens weer een chaotische brol van woorden en wartaal maakte, een intellectueel bordeel, een orgie van hersenspinsels en bedenksels. Mensen die aan de gesprekken met de CDH meededen hadden het surrealistische gevoel dat ze met Marsmannetjes- en vrouwtjes aan tafel zaten, minstens met mensen van een andere planeet.
2. België is Franstalig :
We zijn zeker op een historisch punt beland. België als bestuursniveau is nu duidelijk ontmaskerd als een Franstalige aangelegenheid. Dat wordt zichtbaar als men de “extremen” beschouwt. In Vlaanderen staan die in minimale of maximale mate voor een autonoom Vlaanderen. Aan Franstalige kant staan die voor Belgische eenheid.
3. Verhofstadt :
Aan Franstalige kant wordt nu openlijk gepleit voor de terugkeer van Guy Verhofstadt. Dit zegt wel genoeg. Verhofstadt, man van het verleden en weggestemd door de Vlamingen, was acht jaar lang de chouchou van Franstalig België omdat hij alle Vlaamse eisen systematisch in de diepvrieskast stopte. Deze formatie heeft voor iedereen nu duidelijk gemaakt dat autonomie verwerven in zaken die nochtans voor Vlaamse mensen dringend en essentieel zijn, schier onmogelijk is geworden. De veel te moeizame en onvoldoende stappen en vooral de veel te trage timing van dit proces van staatshervorming tonen aan dat men tegen de Vlaamse kiezers moet ingaan om België te kunnen besturen. Vlot Belgische regeringen vormen was het handelsmerk van Verhofstadt. Wel legde hij het Vlaamse autonomie-proces stil, plooide naar Franstalige desiderata en deemsterde weg in een bijwijlen kinderachtig neo-Belgicisme. Eerste minister willen worden betekent bereid zijn om zichzelf – zoals CVP en nadien VLD - kapot te regeren want daarvoor moet het democratisch gegeven van de wens der Vlaamse kiezers gefnuikt worden. Verhofstadt ligt aan de basis van Letermes moeilijkheden want Franstaligen zijn verslaafd geraakt aan Verhofstadts status quo.
4. Een nieuwe generatie in de CD&V :
Slechts figuren die niets te verliezen hebben zoals Dehaene of Eyskens grijpen terug naar de vroegere rol die de CVP speelde als redder van het Belgische vaderland. Ik schets het hier niet voor de eerste keer. De jongeren hebben een woestijntocht achter zich die gekenmerkt werd door liberale beschimpingen over de tijd toen de CVP het landsbestuur stutte . Ze zijn bespot en in zekere zin vernederd tijdens die acht jaar paars. Onderweg kregen ze ook nog eens een lang mes tot aan het lemmet in de rug geploft vanwege de CDH bij de Lambermont- manoeuvres van Guy Verhofstadt. Een zekere verbittering kenmerkt de CD&V. Ze is langs alle kanten verraden. En ze heeft zich slechts uit het dal kunnen trekken, niet door de oude recepten van “tot iedere prijs het land redden” boven te halen, maar door verandering en Vlaamse autonomie te beloven. Ze hebben niet te veel beloofd, maar wellicht eerder te weinig. Zelfs dat weinige wordt echter niet meer begrepen, niet meer aanvaard.
5. Belvedere :
Ik heb zaterdag nog eens aandachtig in de media de behandeling opgemerkt die Leterme vanwege het Hof heeft te slikken gekregen. Reeds verscheidene keren is – zelfs op cruciale momenten - Leterme op amper twintig minuten tijd terug op straat gezet door Albert I van Saksen Coburg. Leterme wordt er nauwelijks beter ontvangen dan een hond. In ieder geval is er een sterk contrast met de manier waarop en de “égards” waarmee Didier Reynders er – soms met diner – sinds de verkiezingen wordt en werd ontvangen. Ik ga hier niet op basis van voorbeelden dit fenomeen analyseren : iemand zou daar maar eens een grondige studie aan moeten wijden. Ik ben echter zeker dat die zou uitwijzen wat ik aanvoel : Leterme ligt niet goed bij Coburg en Coburg laat hem dat ook ondubbelzinnig voelen. Wat dat betreft heeft het Hof zich geschaard achter de campagne die sinds de verkiezingen in Franstalig België is gevoerd tegen de persoon van Yves Leterme. Het Hof en Franstalig België staan aan dezelfde kant. Yves Leterme is voor hen onbetrouwbaar. Men zou er liefst hebben dat de CD&V (zoals destijds met Tindemans gebeurde op bevel van de oudere broer van Albert) Leterme zou vervangen door een voor hen “aanvaardbare” figuur. En om dat aan de CVD&V duidelijk te maken zij ze bereid zeer ver – tot op het randje van de onbeleefdheid - te gaan. Overigens is het meer dan opmerkelijk dat nagenoeg iedere Franstalige politicus steeds maar opnieuw – wanneer hen gevraagd wordt wat er te doen staat - naar de Koning verwijst waarmee ze in feite willen zeggen dat Franstalig België beslist wat er gebeurt en het instituut van de monarchie misbruikt om dat – zonder dat ze zich tegenover Vlaanderen nog hoeven te verantwoorden - door te drukken.
6. Les problèmes des citoyens :
De stelling is ondertussen bekend. Er zijn de communautaire problemen enerzijds en de “reële problemen” anderzijds. Communautaire problemen zijn irreële problemen, uitgevonden en opgeklopt door extremisten. Een steeds weerkerend refrein in Franstalig België al sinds geruime tijd. Aan Vlaamse kant overgenomen door de paarse partijen Spa en VLD. Logisch ook want zij gingen naar de kiezer met een weinig Vlaams programma. Zij weten uit hun ervaring van de afgelopen acht jaar, dat er met de Franstaligen eigenlijk geen land meer te bezeilen valt tenzij je als Vlaamse partij de Belgische verhoudingen uit je geheugen en vooral uit je geweten wist, doet alsof ze niet bestaan en zelfs hier en daar neo-Belgicisme bedrijft rond herfederalisering van bevoegdheden, federale kieskring, paritaire Senaat en dies meer. In feite is deze Franstalige uitvinding een vlucht voor de realiteit. Zij wortelt in de gedachte dat “alles ok is zoals het nu is” , wat in Franstalig België nog waar is ook. Franstalig België heeft het institutioneel nog nooit zo goed gehad als nu. Decadent en pervers is deze redenering enkel in hoofde van Vlaamse vertegenwoordigers, die de vorming van een Belgische regering noodzakelijker achten dan het dienen van de belangen van hun Vlaamse kiezers. En die - paradoxaal genoeg – zeggen dat te dat doen om “de echte problemen van de mensen” op te lossen. Zij zien niet in dat met rasse schreden de historische tweesprong nadert waar zal moeten beslist worden of en waarom België de problemen beter kan oplossen dan Vlaanderen het zou kunnen.
7. België’s meerwaarde :
Dus hoor je nu op de Franstalige debatten met smekende tremolo’s vragen om een formateur die in de eerste plaats “soit Belge et fier de l’être”… Sabine Laruelle vond dat Verhofstadt een geschikte figuur is. Een aandoenlijke expressie van heimwee… Maar voor het overige ziet men – met een dergelijke scenario - enkel Franstalige politici in aanmerking komen voor deze rol… Ook zeer nuttig was de stelling dat politici duidelijk zouden moeten zeggen of zij nog een meerwaarde zien in België… Ook die wending in de debatten wijst erop : de slotfase komt naderbij…
8. Territorialisme :
Op vraag van een kijker sprak Monsieur-Non-in-de-mouw-van-Reynders, de genaamde Maingain zich zondag uit voor een grotere aandacht van Franstalig België voor de notie territorialiteit. Iemand had namelijk gevraagd of het niet dringend tijd werd om een corridor tot stand te brengen met Wallonië. Waarop Maingain plots zijn klassieke rol van verdediger van de periferie verliet en in de jas van de Waalse strateeg, bepleitte dat het dossier Brussel Halle Vilvoorde en de rechten van de Franstaligen aldaar zou gebruikt worden voor de grenskwestie tussen Vlaanderen en Wallonië. Franstaligen moeten meer aandacht hebben voor grondgebied in die zaak want de corridor moet de verbinding van Brussel met Wallonië worden in de toekomst. Ik verwijs hier naar mijn pleidooi van enkele weken geleden voor meer Vlaams strategisch inzicht in deze. http://www.gerolfannemans.org/3/index.php?option=com_content&task=view&id=319&Itemid=1
9. Nieuwe verkiezingen : De afgelopen week hoorde men in de Wetstraat steeds meer dat de Vlaamse partijen zich opmaken voor nieuwe verkiezingen. Ik denk dat de in deze botergeile Jean Marie Dedecker wat al te vlug de bezwaren inzake Brussel Halle Vilvoorde van tafel veegde. Doen alsof de splitsing van BHV niet nodig is maakt nog altijd in de kering minstens vier zetels uit voor de Vlamingen, wat wellicht Dedecker niets kan schelen maar wat Vlaanderen in zijn geheel wel iets zou moeten kunnen schelen. De oplossing om nadien in het Parlement de onwettige verkiezingen wettig te verklaren is voor het Vlaams Belang in ieder geval onaanvaardbaar. De speculaties over de uitslag van die verkiezingen circuleren nu al volop. Zeker is dat die verkiezingen een acceleratie van het debat over de toekomst van Vlaanderen zullen geven.
Naar mijn oordeel is een groot deel van de politieke problemen die zich nu voordoen terug te voeren tot een gebrek aan duidelijkheid langs Vlaamse kant. Niet te veel Vlaamsheid was het probleem maar juist te weinig Vlaamsheid. Er werd niet duidelijk genoeg gezegd waar het op stond. Debatten en campagnes lieten te veel vaagheid bestaan. Zelfs De Wever en Leterme gingen met relatief softe en dubbelzinnige boodschappen op pad, omdat zij meenden hun potentiële regerings-partners niet voor het hoofd te mogen stoten. Dat is een grove misrekening gebleken want langs de overkant werd de vaagheid aanzien als een signaal dat de CD&V in ruil voor de 16 wel zou bijdraaien. Er wordt daar niets meer aanvaard. Het status quo is absoluut en de vaagheid van het kartel heeft dus alleen een averechts effect gehad. De Wever moet inzien dat het Wallonië van vandaag en ook het Vlaanderen van vandaag op de evolutielijn naar een historisch onvermijdelijk einde van dit staatsverband in wezen al veel verder staan dan hijzelf schijnbaar veronderstelde toen hij in de campagne en tijdens de formatie relatief gematigd bleef teneinde de Franstaligen niet te bruuskeren. Vlaanderen en Wallonië zijn twee doven die naar elkaar staan te brullen. Het is te laat om nog binnen België een goede oplossing te vinden. Wat een ironie overigens dat De Wever nu juist als de baarlijke duivel wordt voorgesteld, terwijl hij – door een historisch toeval – minstens tijdelijk meer potentieel in zich heeft om juist België’s laatste kans te kunnen zijn.
Als de inzet van vervroegde verkiezingen zal moeten bepaald worden dan blijft onze Vlaams Belang invalshoek klaar en helder die van de afgelopen 30 jaar : stop die komedie, stop het tijdverlies. En voor het overige, de woorden van Wilfried Martens indachtig op de avond van 24 november 1991 : Niemand kan Vlaamser zijn dan het Vlaams Belang.
Gerolf Annemans http://www.gerolfannemans.org/3/
Winston Churchil schreef :
'If you will not fight for the right when you can easily win without bloodshed; if you will not fight when your victory will be sure and not too costly; you may come to the moment when you will have to fight with all the odds against you and only a small chance of survival. There may even be a worse case: you may have to fight when there is no hope of victory, because it is better to perish than to live as slaves.'
Als je niet bereid bent te vechten voor het juiste/het recht wanneer je makkelijk kunt winnen zonder bloedvergieten; als je niet bereid bent te vechten wanneer de overwinning zeker is en niet kostelijk; dan kan je tot op het moment komen dat je toch zal moeten vechten met alle kansen tegen je, en er slechts een kleine kans op overleven bestaat. Het kan zelfs zover komen dat je zal moeten vechten wanneer er geen hoop meer is op overwinning omdat het beter is te sterven en vergaan dan te leven als slaven."
'If you will not fight for the right when you can easily win without bloodshed; if you will not fight when your victory will be sure and not too costly; you may come to the moment when you will have to fight with all the odds against you and only a small chance of survival. There may even be a worse case: you may have to fight when there is no hope of victory, because it is better to perish than to live as slaves.'
Als je niet bereid bent te vechten voor het juiste/het recht wanneer je makkelijk kunt winnen zonder bloedvergieten; als je niet bereid bent te vechten wanneer de overwinning zeker is en niet kostelijk; dan kan je tot op het moment komen dat je toch zal moeten vechten met alle kansen tegen je, en er slechts een kleine kans op overleven bestaat. Het kan zelfs zover komen dat je zal moeten vechten wanneer er geen hoop meer is op overwinning omdat het beter is te sterven en vergaan dan te leven als slaven."
04 december 2007
Niemand kan Vlaamser zijn dan het Vlaams Belang
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten